Vrijwel alle grote importeurs van motorfietsen zijn tegenwoordig dochterondernemingen van de motorfabrikant zelf. Maar tussen al deze ‘fabrieksvestigingen’ valt MotoMondo uit IJsselstein steeds nadrukkelijker op als zelfstandige importeur. Het bedrijf van Jan Ykema bestaat sinds 2007 en kende vele ups en downs, maar sinds enkele jaren maken ze als Benelux-importeur van

MV Agusta, Mash, Royal Enfield, Rieju en Hyosung een enorme groei door.

“Als kind wilde ik altijd graag dierenarts worden,” bekent MondoMondo-eigenaar Jan Ykema (53), als we bij hem aanschuiven voor deze serie interviews met motorimporteurs.
“Ik ben daar serieus mee bezig geweest, maar werd tot twee keer toe uitgeloot voor die stu die. Van kinds af aan was ik ook gepassioneerd bezig met motorfietsen, puur als hobby. Je kent dat wel: op je twaalfde een oude crossbrommer en op je vijftiende zelfs een echte crossmotor! En zodra ik achttien was, moest er meteen een motorrijbewijs komen, want motorrijden was mijn lust en mijn leven. En na die tweede keer te zijn uitgeloot voor die dierenartsstudie, gaf die motorhobby een nieuwe wending aan mijn carrière: in 1989 begon ik op de IVA-autoschool in Driebergen, waar je vooral in de commerciële kant van het autovak geschoold wordt.

Ik wilde echter niet de autokant op, maar de motorwereld in. Mijn ‘verkoopstage’ mocht ik lopen bij Safe in Rotterdam en achteraf is dat denk ik een beslissende move geweest. Ik bleef daar namelijk hangen als verkoper en toen ik de IVA had afgerond werd ik in 1991 bij Safe aangenomen als Management Trainee. Zo kwam ik terecht bij Safe-dochter MTC, die in die jaren containers vol gebruikte motoren importeerde uit Amerika, maar ook uit Canada en zelfs Japan. Later werden er ook steeds meer partijen nieuwe motoren verhandeld door heel Europa, dus daar leerde ik snel. Zo snel dat ik in 1992 dacht: ‘volgens mij kan ik dit ook wel voor mezelf, als eigen baas’. Dus de stoute schoenen aangetrokken en m’n eigen bedrijfje opgericht. Dat ging niet eens zo verkeerd, maar ik had de pech dat die motorhandel en grijze import in 1997 een beetje opdroogde. Als eenpitter kreeg ik het lastig en in 1998 kreeg ik via Pam de Vries een baan aangeboden als interim salesmanager bij Ducati Nederland. Pam kende ik uit die Safe-jaren, toen Safe immers ook Ducati’s importeerde.” Ducati was op dat moment nog onderdeel van de Cagiva-groep van de Italiaanse gebroeders Castiglioni, die ook nog de merken MV Agusta, Cagiva en Husqvarna hadden. Maar het merk Ducati werd verkocht en ging weer als een zelfstandig bedrijf verder en dat had ook gevolgen voor de importeurs in de diverse landen. Ykema: “Inderdaad, de organisatie in Nederland ging ook op de schop en om een lang verhaal kort te maken: voor mij was er geen plek bij het nieuwe Ducati Benelux. Maar mijn contacten met het Cagiva-concern waren prima, en via hen kreeg ik wel de kans om dan in Nederland verder te gaan met hun drie merken MV Agusta, Cagiva en Husqvarna. Daarvoor heb ik in 1998 Cagiva Nederland BV opgericht in opdracht van de fabriek, waarvan ik een klein aandeel heb kunnen kopen. Vanaf 2000 zijn we ook de importeur geworden van de drie merken voor België en Luxemburg en hebben we vanaf dat moment geopereerd als Cagiva Benelux, dat later omgedoopt is in MV Agusta Motor Benelux. In 2007 heb ik de aandelen van MV Agusta Motor SpA in MV Agusta Motor Benelux gekocht en heb het bedrijf hernoemd in MotoMondo. Vanaf dat moment was ik een privé-importeur met dezelfde merken waar alles in 1998 mee begonnen was. Maar eerlijk gezegd zijn die eerste tien jaar best een lastige klus geweest, want het zat me niet echt mee met die merken. MV Agusta was, en is, high-end, maar produceerde relatief weinig, Cagiva werd als merk zelfs helemaal van de markt gehaald en als klap op de vuurpijl werd Husqvarna verkocht aan BMW, al mocht ik dat merk wel blijven vertegenwoordigen. Dat ging niet eens zo verkeerd en Husqvarna kwam ook met interessante wegmodellen, maar het hield in 2013 plotsklaps op toen BMW het van oorsprong Zweedse Husqvarna weer door- verkocht aan KTM. Toen werd deze Jan Ykema dus bedankt voor de bewezen diensten...”

Het leven van het kleine zelfstandige MotoMondo ging dus zeker niet over rozen, maar daar kwam in 2015 verandering in toen het merk Mash om de hoek kwam kijken. Ykema: “Uit mijn Husqvarna-tijd had ik goede contacten overgehouden met de toenmalige Franse Huskie-importeur. En zij hadden in Frankrijk een motorfiets ontwikkeld die ze in China lieten produceren: Mash. Ik heb vervolvertegenwoordigen en heb de mogelijkheid gekregen om me te bewijzen. Die kans heb ik met beide handen aangegrepen en dat bleek dus een gouden greep, want Mash ontwikkelde zich prima. Binnen een half jaar was ik ook de importeur van Mash voor België en Mash vormt nu de levensader van ons bedrijf, waarbij wij nu de import en distributie ver- zorgen in inmiddels zeven landen: de Benelux dus, plus Duitsland, Oostenrijk, Engeland en Ierland. In Duitsland verkochten we er dit jaar 1.000, de verwachting is dat dat volgend jaar gaat verdubbelen. In 2018 verkochten we in totaal nog 800 motorfietsen, een jaar later waren dat er al 1.800 en in dit rare 2020 komen we uit op 2.400 motoren. En met de expansie in met name Duitsland en Engeland – waar Mash het erg goed lijkt te gaan doen – hopen we als MotoMondo volgend jaar maar liefst 5.500 motorfietsen te verhandelen! Juist door die schaalvergroting gaat het ineens heel erg hard. Ik heb het zelf weleens over MotoMondo 2.0, zo snel kan het dus gaan... Er werken hier inmiddels 20 mensen en we hebben vorig jaar een ruim pand met een mooie uitstraling in IJsselstein gekocht waar we onze kantoren hebben, maar waar ook onze motorvoorraad staat. En waar we de Mash-motorfietsen ook zelf uitkratten, opbouwen en de laatste controles uitvoeren. Gelukkig wordt de eindcontrole in China steeds beter, dus we hopen dat we deze stap hier ooit achterwege kunnen laten. Maar het is mooi dat ons bedrijf na al die jaren ein- delijk de wind in de zeilen heeft. Je merkt ook MotoMondo verhuisde vorig jaar naar een prachtig pand in IJsselstein. dat je ineens gezien wordt door andere partijen, dat je serieus genomen wordt. Trouwens, ook dit interview in MotoPlus, tussen al die grote merken, zie ik als een echte erkenning. Zeker als je weet waar we vandaan komen en wat we hebben meegemaakt. Ik kijk trots terug op de groei die we de afgelopen jaren hebben gerealiseerd en waar we nu dus staan.”

2020 kwam al even ter sprake als een ‘raar’ jaar. Hebben jullie dat zo ervaren? Ykema: “Jazeker. We zaten in een enorme flow, in 2019 verkochten we 1.000 motoren meer dan het jaar daarvoor, dus we hadden de mouwen opgestroopt en vol ingekocht. Maar dan stort half maart je hele business in. ‘En nu?’, vroeg ik mezelf af. Nederland viel terug, maar in België en Duitsland stopte de handel volledig, en we wisten niet hoelang het zou gaan duren. Dan komen opeens de worst-case-scenario’s om de hoek kijken en moet je met de banken in de slag om noodkredieten. April werd onze slechtste maand ooit, maar gelukkig ging het half mei alweer iets de goede kant op. Waarna juni, juli en augustus absolute verkoop-recordmaanden werden. Ongelooflijk hoe het omsloeg. In drie maanden draaiden we de omzet van een half jaar. Het ene moment zit iedereen werkloos thuis, het andere moment kom je handen tekort. Ik heb in die magere maanden wel gezocht naar mogelijkheden om toch in beeld te blijven. Dat is ons grote voordeel als zelfstandig bedrijf. Alle grote merken kregen vanuit de fabriek opdracht om alle plannen te cancelen en de hand op de knip te houden, wij hebben juist in april de pers uitgenodigd om met onze nieuwe modellen te rijden. Zo hebben we veel publiciteit gegenereerd in een tijd dat er verder geen motornieuws was. Achteraf was dat heel gaaf en het heeft er waarschijnlijk aan bijgedragen dat MotoMondo in augustus 2020 van Mash de vraag kreeg of wij ook Groot-Brittannië er niet bij wilden doen! Zo kun je iets negatiefs dus toch een positieve draai geven.” Oneerbiedig gezegd zou een buitenstaander MotoMondo kunnen zien als een ‘vergaarbak’ van merken die aan de ene kant niks met elkaar te maken hebben, maar aan de andere kant juist weer kriskras door elkaar lopen. Kun je een karakterschets geven van de vijf merken van MotoMondo? Ykema: “Laat ik dan beginnen met ons oudste merk, MV Agusta. Een juweeltje, het mooiste motormerk dat er bestaat. Elke motor is een kunstwerk, maar de fabriek heeft jarenlang in zwaar weer gezeten. Nu is er eindelijk een nieuw management in Italië, en een nieuwe visie. Ik hoop dat ze dus weer gaan groeien naar het niveau waar ze horen, ze zouden in mijn ogen veel dichter bij Ducati moeten staan. In Nederland merken we dat MV vooral het vertrouwen moet terugwinnen. In België hebben we het merk het afgelopen jaar alweer veel beter op de kaart weten te zetten met een aantal exclusief-dealers. Daar komt MV tot zijn recht, bij bedrijven die ervoor gaan. Daarmee haalden we 200% groei. Het zijn lastige jaren geweest voor MV, maar ik ben blij dat ik dit premium-merk na 22 jaar nog steeds mag vertegenwoordigen.”

“Mash is van een totaal andere orde, en loopt ook via totaal andere afzetkanalen. In drie woorden is Mash: fun, simplicity en affordable. Ze bieden namelijk een leuke styling, simpele basistechniek in 50, 125, 250, 400 en 650 cc, en ze zijn betaalbaar. Mash is vooral heel erg sterk in de 50 en 125 cc en scoort daarom erg goed in België, Duitsland, Engeland en Frankrijk, landen waar een lichte motor al volop wordt gebruikt voor de mobiliteit. Om mee naar je werk te gaan, of naar school. Mash zet de laat- ste tijd grote stappen, de Dirt 650 en X-Ride 650 waren snel uitverkocht, en krijgen volgend seizoen uitbreiding in de 50- en 125-klasse. Daarnaast komen ze op korte termijn met een moderne watergekoelde 125 met ABS, als extra modellenlijn. Voor Nederland niet heel erg interessant, maar voor de ons omringende landen is dit belangrijk motornieuws. In België is bijvoorbeeld de helft van alle nieuw- verkochte motorfietsen een 125! Dat gaat dus om enorme aantallen.” “Ons derde merk is Royal Enfield. Een prachtig merk met de roots in Engeland, maar al jarenlang afkomstig uit India. Heritage schrijf je bij dit merk met hoofdletters; het is het enige motormerk dat sinds 1901 continu in productie is geweest. Twee jaar geleden werd het merk op de Eicma in Milaan opnieuw gelanceerd, MotoPlus schreef daar als eerste blad toen een heel leuk stukje over. Ik ben blij dat ik het merk in de Benelux mag voeren; met de 650 twins kenden we een vliegende start, al werden we – mede door de coronacrisis die India ook in zijn greep heeft – wel geplaagd door leveringsproblemen. Er wachten nu nog 200 kopers op hun nieuwe Royal Enfield, gelukkig komt de uitlevering nu weer op gang. Royal Enfield is een vertederend merk, maar vergis je niet, ze produceren één miljoen motorfietsen per jaar! Ze hebben ambitieuze plannen en willen wereldwijd marktleider worden in het middensegment! Ik ken ook niet veel fabrikanten die zoveel investeren in de ontwikkeling. In Engeland alleen al hebben ze een R&D-afdeling met meer dan 400 mensen. En toen ze voor een nieuw model een frame moesten ontwikkelen, vroegen ze de befaamde Britse framebouwer Harris niet, nee, ze namen dat bedrijf gewoon over. Hetzelfde gebeurde met bedrijven die alles wisten van benzine-injectie en motormappings. Technisch zijn de Royal Enfields verrassend goed en door de schaalgrootte van de fabriek kunnen ze relatief goedkoop produceren. De Himalayan 410 is natuurlijk een klassieke eenpitter. Nieuw is de Meteor 350. De 650 Twins zijn bekend en het wachten is op de Concept 850. Ik ben er als importeur superblij mee, qua modellen sluit het mooi aan op die van Mash. Die hebben veel motoren voor een A1-rijbewijs, Royal Enfield is juist voor de A2-rijbewijzen.” “En sinds afgelopen zomer zijn wij ook het bedrijf dat Rieju in de Benelux vertegenwoordigt. Het Spaanse Rieju bestaat al 75 jaar en is vooral bekend van zijn bromfietsen. Zij hebben als pre dat zij volgend jaar als één van de weinigen een Euro5-goedgekeurde tweetakt-bromfiets kunnen leveren. Rieju klopte in de persoon van Henk Buiter, die werkt voor de fabriek, bij ons aan omdat wij dus sinds 2017 ook de Mash-bromfietsen verkopen. Eerlijk gezegd kreeg ik die 50cc Mash-brommers erbij omdat ik hun motorfietsen wilde verkopen, maar juist die Mash-bromfietsen bleken een ware hit. Moderne viertakt-schakelbrommers met een leuke klassieke look. En omdat Rieju ook actief is met bromfietsen en ze een nieuwe distributeur zochten, kwamen ze dus bij ons. Rieju- en Mash-bromfietsen passen perfect naast elkaar. En als verrassing kwamen daar enkele maanden geleden ook Rieju-enduromotoren bij: zij kochten de technische nalatenschap van GasGas, het Spaanse terreinmerk dat door KTM werd overgenomen. Dus volledig onverwacht heb ik na al die jaren met Husqvarna nu opeens weer echte terreinmotoren in het programma. Dat vraagt wel extra aandacht, maar het is ook wel weer mooi omdat we de contacten in die business nog steeds hebben en Rieju zijn motorprogramma graag wil uitbreiden. Bovendien is Rieju veel met de toekomst bezig: ze hebben al elektrische scooters, dus ook aan die vraag kunnen we in de toekomst voldoen.” “Als laatste merk moet ik Hyosung noemen, sinds kort hebben we deze Beneluximport erbij. In België tellen ze mee met de 125cc en 300cc V-Twin Bobber, in Nederland doen we nog niet veel en wachten we vooral op hun nieuwe Euro5-modellen die er aan zitten te komen.” Een groot deel van de omzet van MotoMondo bestaat dus uit het leveren van 125cc motorfietsen aan België, maar ook aan Duitsland, Oostenrijk en Groot-Brittannië. Landen waar het A1-rijbewijs is omarmd, en je dus met 16 jaar – of als ervaren automobilist – met een lichte motorfiets de weg op mag.

Het kan dus bijna niet anders of Jan Ykema is een voorstander van die Europese rijbewijsregel, die hier in Nederland maar niet wil landen. Ykema: ”Die Europese rijbewijsrichtlijn ligt er en wordt in tal van landen met veel succes toegepast. Behalve in Nederland. Die ervaren automobilist mag wel gewoon zonder opleiding op een brommer stappen maar niet op een 125cc, wat in principe niet meer is dan een brommer die iets harder loopt en met een duidelijke plaats in het verkeer. Juist in deze coronatijd is mobiliteit een sleutelwoord geworden. Wie wil er nog in een volle bus of trein stappen? Juist nu moeten we de overheid dus overtuigen van het nut en het milieuvoordeel van zo’n moderne 125. Iedereen in Nederland een 125 cadeau doen is goedkoper dan het openbaar vervoer in stand houden. Overal om ons heen wordt de 125 ontdekt als dé mobiliteitsoplossing, behalve in Nederland. Ik ben sinds dit jaar weer officieel Rai-lid omdat ik vind dat de motorfiets ook hier een onderdeel moet zijn van de mobiliteitsplannen. We moeten ons als motorimporteurs en als motorrijders laten gelden, anders raken we uit beeld bij de overheid. De motor moet echt in beeld komen als onderdeel van onze totale mobiliteit, dat zie ik als een ultieme doelstelling.” “Daarbij zou het natuurlijk wel helpen als de motorfiets niet onder vuur komt te liggen in de algemene media, met bijvoorbeeld geluidsoverlast en wegafsluitingen voor motorfietsen. Ik ben zeker niet heiliger dan de paus, maar jouw plezier moet natuurlijk nooit het plezier van anderen vergallen. Dus hou nu eens even op met die open uitlaten, dan speel je de critici in de kaart en komen we als hele groep onder vuur te liggen. Feit is wel dat op dit moment de Europese regelgeving omtrent het uitlaatgeluid niet deugt, er moet een appel worden gedaan op de fabrikanten om niet langer gebruik te maken van die mazen in de wetgeving met hun kleppen en constructies waardoor de motor op snelheid meer lawaai maakt. Daar is het gewoon niet het goede moment voor; in heel veel landen wordt er momenteel tegen die geluidsoverlast geageerd. Nieuwe motoren moeten in mijn ogen dus weer stiller worden, en bij bestaande motoren moet er gewoon een goedgekeurde pijp op, anders gooien we onze eigen glazen in! Laten we met zijn allen lekker blijven rijden en genieten, met zo min mogelijk overlast en zonder asociaal rijgedrag. Dan wordt onze geliefde motorfiets overal weer geaccepteerd!”